Van Abu Dhabi naar Oman.
Blijf op de hoogte en volg Jolanda
08 April 2013 | Oman, Masqat
Mijn dag begint met een oplichterstruc die ik tot nu toe op mijn vele reizen nog niet hebben mogen meemaken. Weer bijgeleerd dus. Bij de benzinepomp stopt de bediende de slang in je tank, rekent een bedrag af, geeft geen officieel bonnetje, maar tankt niet echt benzine en steekt dus het geld in eigen zak. Later vraagt de chauffeur van een auto zich dan af waarom de benzinemeter al weer zo snel leeg is. Omdat ik als toerist bij het lage af te rekenen bedrag van zo’n 30 cent per liter – zo goedkoop is benzine hier dus – al redelijk snel op de benzinemeter kijk en bovendien een eigenwijs ben, die dit soort wandaden wil corrigeren, ziet de bediening mij na een kwartier al weer terug bij de pomp. De manager van de pomp is snel gevonden voor een klacht van een beheerste, maar duidelijk wel boze klant. Ongeloof bij de manager gevolgd door beleefde overtuigingskracht en een niet meer te weerleggen werkelijkheid maken, dat mijn tank alsnog wordt vol gegooid. De manager (natuurlijk uit India) probeert, passend bij de Aziatische cultuur, als excuus aan te geven dat de bediende maar een traineer is, die door nog weinig ervaring per ongeluk een fout heeft gemaakt. Hoewel netjes geef ik, passend bij de Nederlandse cultuur, :-) enige tegenargumenten met als kordaat slot: ‘Ik zou als manager zo’n medewerker nooit meer vertrouwen en me er niet goed bij voelen, wanneer ik mijn klanten zo laat behandelen. Ik zou zo’n trainee dan ook direct uit zijn baan ontslaan. Maar natuurlijk. Het is aan uzelf hoe u uw tankstation wil managen.’ Na mijn moment als wraakgodin begeef ik mij naar een religieus gebouw: de Sjeik Zayed moskee. Dit indrukwekkende bouwwerk, de op zeven na grootse moskee in de wereld , is genoemd naar de grondlegger en stichter van de V.A.E. De moskee is qua afmeting zo groot, dat het een aantal mijlpalen huisvest. Zo ligt hier het grootste handgemaakte tapijt in de wereld en hangt er de grootste kroonluchter met een diameter van tien meter. In deze moskee kunnen meer dan 40.000 mensen tegelijk hun gebed uitvoeren. Op sommige momenten van de dag mogen ook niet-moslims dit imponerende kunststuk bewonderen. Gekleed in een meegebrachte hoofddoek en een geleende zwarte abaya (mantel) kijk ik mijn ogen uit in dit immense gebouw dat zowel binnen als buiten met Grieks en Italiaans marmer is bekleed, ingelegd met bloemmotieven in kleurrijke halfedelstenen. Het prijskaartje van het complex overschrijdt 500 miljoen dollar, wat het tot één van de duurste moskeeën in de wereld maakt. Het is werkelijk een schitterend gebouw, dat me aan de Taj Mahal in India doet denken. Na dit indrukwekkende bezoek ga ik op weg naar Al-Ain. De vruchtbare oase van Al-Ain ligt binnenlands op ongeveer 160 kilometer afstand van Abu Dhabi. Al-Ain grenst aan het grondgebied van Oman en ligt aan de rand van de zandwoestijn. De plaats is sinds enkele tientallen jaren uitgegroeid tot een woestijntuinstad met meer dan 400.000 inwoners. Het grondwater bevindt zich hier niet zo diep onder het aardoppervlak. Daarom kon Al-Ain zich ontwikkelen tot een belangrijk landbouwcentrum met boerderijen, melkvee- en zuivelbedrijven en veel landbouwgrond. Al in de oudheid zorgden meer dan 200 bronnen samen met een ingenieus irrigatie systeem voor de bevloeiing van de gronden. Gedurende eeuwen was Al-Ain een belangrijk centrum op de karavaanwegen van het binnenland naar de Golfkust. De groene oase van Al-Ain, dat letterlijk ‘de bron’ betekent, ligt in het centrum van de stad. Het is heerlijk om hier te wandelen in de schaduwrijke dadelpalmplantages. Tijdens mijn wandeling door de stad blijkt al snel, dat ik het toeristische deel van de VAE heb verlaten. Zo zie ik amper een andere vrouw op straat. En wanneer een Arabische man vriendelijk ‘hello, how do you do’ tegen me zegt en ik hem vraag waar ik ‘the mosque’ kan vinden, blijkt zijn Engels niet verder te gaan dan: ‘Moscow? Moscow? No. No Moscow here’. Heel weinig Engelse kennis dus. Of misschien behandelen mannen in Al-Ain een vrouw al snel als heel erg blonT. :-) Een belangrijk bouwwerk in Al Ain is het Al Jahili fort. Deze zomerresidentie, en tevens symbool van macht, werd in 1891 opgetrokken op initiatief van de grootvader van de eerste president van de VAE. Het grondig gerestaureerde fort, is één van de grootste van de Emiraten. Vanaf Al Ain is het maar een klein stukje rijden naar de grens met Oman. Na het nodige gedoe door een in de rij aansluiten bij een grenspost die niet bestemd is voor andere inwoners dan die van Oman en de VAE (ook al staan overal bordjes ‘to the border’), een foute datum bij de stempel door de grenspost in de VAE wat weer het nodige gedoe bij de grenspost in Oman oplevert, zijn uiteindelijk met een goed uur vertraging de nodige papierformaliteiten afgehandeld. Zowel de huurauto als ik zijn over de grens. Ik rijd door naar het vlakbij de grens gelegen plaatsje Buraimi. Buraimi ligt aan de rand van de zandwoestijn in een uitloper van het gebergte en heeft het karakter van een authentieke oasestad weten te bewaren. In de traditioneel aandoende soek heerst een bedrijvige oriëntaalse sfeer. Twee forten in Buraimi zijn grondig gerestaureerd. Ze maakten deel uit van de verdediging- en controleposten langs de belangrijke handelsweg tussen het binnenland en het aan de kust gelegen Sohar. Het recent gerestaureerde Al Khandaq fort, ten zuiden van de soek, is ongeveer 400 jaar oud. Op het einde van de 19de eeuw werd het fort uitgebreid met een droge gracht en verdedigingsmuur met torens. Vanaf Buraimi is het een goed uur rijden naar het aan de kust gelegen Sohar. Een mooie route door bergen met allerlei kleuren door mineralen afzettingen. Sohar was ooit een haven- en handelsstad met een groot internationaal belang. De bloeiende haven lag strategisch aan de golf van Oman en aan een eeuwenoude handelsroute door de bergen. Tegenwoordig is de regionale hoofdstad Sohar een schaduw van de bruisende havenplaats van duizend jaar geleden. Moderne wijken en zakencentra wisselen elkaar af en weinig getuigt nog van het schitterende verleden van de stad. Voor mij is het vooral een perfecte stopplaats op mijn reis naar Muscat, de hoofdstad van Oman. Bij een Mall stop ik bij de Macdonalds voor een hapje en drankje. Mijn hotel blijkt niet ver van de Mall te liggen. Na een dag van veel rijden, lopen en gedoe bij het passeren van de grens lonkt het zwembad van het hotel naar me. Heerlijk om aan het einde van de dag in de zwoele avondlucht nog een baantje te trekken. Zo maar eens dromenland gaan opzoeken. Ik vraag me af of die ene trainee-pompbediende nog steeds aan de pomp werkt of nu toch echt als glazenwasser-gespecialiseerd-in-met-zand-bedekte-wolkenkrabbers moet gaan solliciteren. :-)