Hillerod, Helsingor en Roskilde.

De laatste dag van onze tijd in Denemarken gebruiken we om een aantal interessante plekken in de omgeving van Kopenhagen te verkennen. Een klein half uur tijden ten noorden van Kopenhagen ligt in het plaatsje Hillerod het Frederiksborg kasteel. Dit sprookjesachtige kasteel met koperen torentjes werd in 1560 gebouwd door de architect-koning Christiaan IV. Het staat aan de rand van een meer, omgeven door tuinen. Na een brand in 1859 werd het kasteel van de ondergang gered door de eigenaar van bierbrouwerij Karlsberg, die hier een nationaal museum stichtte. Na een wandeling in en om kasteel Frederiksborg gaan we naar Helsingor. Helsingor is een stad die aan de Sont ligt, de smalle zeegang tussen Zweden en Denemarken. Bij Helsingor is de zee-engte maar vier kilometer breed. Tussen de 16e en 18e eeuw bracht de daar geheven tol heel wat geld in het laatje voor het Deense koningshuis. In het schilderachtige oude centrum van de stad zijn nog goed bewaarde huizen uit deze glorieuze 16e tot 18e eeuw. Ook herbergt het oude centrum de Mariakerk, die dateert uit de 15e eeuw. Deze was destijds een onderdeel van een karmelietessenklooster. Naast het mooie middeleeuwse centrum is bij Helsingor het 16de-eeuwse kasteel Kronborg Slot te vinden. Dit kasteel ligt op het eiland Seeland, vlakbij Helsingor en op zo’n veertig kilometer afstand van Kopenhagen. Het renaissancekasteel werd gebouwd tussen 1574 en 1585, in opdracht van Koning Frederik II. Het eerste fort op deze plaats dateerde echter al uit de 15de eeuw. Het deed dienst als uitkijk- en tolpost voor de schepen die voorbij kwamen. In 1629 ging het in vlammen op, maar in 1638 werd het herbouwd. Van 1739 tot het midden van de 19de eeuw deed het kasteel dienst als gevangenis. In 2000 werd het kasteel op de Werelderfgoedlijst van Unesco gezet. Het kasteel is waarschijnlijk nog het meest beroemd door het toneelstuk ‘Hamlet’ van William Shakespeare. Grote stukken van dit wereldberoemde verhaal spelen zich af in Kronborg. Na een prima lunch op een terrasje in het oude centrum van Helsingor rijden we naar Roskilde. Een plaats die op maar een half uur rijden van Kopenhagen ligt. Roskilde ligt aan het einde van het Roskildefjord. Vanuit middeleeuws perspectief was dat een ideale locatie omdat deze plek uitzonderlijk goed te verdedigen valt tegen aanvallen vanaf de zee. Voor de Viking koning Harald Blauwtand was dat waarschijnlijk de belangrijkste reden om zich hier in 960 na Chr. te vestigen. Het onbeduidende vissersdorpje zou daardoor in een recordtempo uitgroeien tot één van de belangrijkste steden van Denemarken. De stad is dan ook ouder dan Kopenhagen en was de oorspronkelijke zetel voor Absalon, bisschop van Roskilde en stichter van de stad. De stad werd het middelpunt van het katholicisme, dat toen in Denemarken zeer snel aan invloed won. Dezelfde bisschop begon met de bouw van de Dom die nu als het beroemdste gebouw van Roskilde geldt. In de 15e eeuw kwam er een einde aan de bloeitijd van Roskilde. Koning Erik van Pommeren verplaatste zijn hof in 1445 naar Kopenhagen om de sterke invloed van de bisschoppen te ontvluchten. Ongeveer een halve eeuw later ging de bisschopszetel eveneens naar Kopenhagen, zodat er voor Roskilde weinig overbleef. De bloeiende kerkelijke cultuur van de stad kreeg bovendien een gevoelige klap tijdens de Reformatie toen de zes kloosters van Roskilde hun poorten moesten sluiten en de twaalf kerken veel gelovigen kwijtraakten. Het dieptepunt volgde in de 17e en 18e eeuw toen een pestepidemie en een aantal stadsbranden van Roskilde zo ongeveer een spookstad maakten. Bronnen uit 1753 vermelden nog slechts 1500 inwoners. In de stad zijn als herinneringen aan het rijke verleden onder andere de middeleeuwse kathedraal, een mooi marktplein, een barok paleis en een mooi landhuis te vinden. In de kathedraal liggen de koningen, koninginnen, prinsen en prinsessen van het Deense koningshuis in mega praalgraven van marmer of goud begraven. Bij de vele, vele graven zou je de kathedraal bijna het stempel overdekte koninklijke begraafplaats kunnen meegeven. Tussen al die herinneringen aan dood koninklijk blauw bloed treedt een groep jongeren uit Afrika op. Hun zang en dans zijn meeslepend en ontroerend. Na nog een drankje op een terrasje op het Raadhuisplein van Roskilde rijden we naar het vliegveld. Met een koninklijke Nederlandse blauwe vogel vliegen we in een uurtje tijd terug naar Nederland. Het was een heerlijk lang weekend.