De Plitvice meren en Zadar.
Door: GlobetrotterJo
Blijf op de hoogte en volg Jolanda
26 Augustus 2010 | Kroatië, Zadar
Na gisteren de reis van Boedapest naar het hart van Kroatië te hebben afgelegd, vandaag het Nationaal Park Plitvice meren bezocht. Dit Nationaal Park is opgericht in 1949. Het gebied omvat meren en bossen en staat sinds 1979 op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Het park is vooral bekend om zijn spectaculaire watervallen. Het park telt in totaal zestig meren en er zijn paden langs de oevers. De talloze loopbruggen en roeibootjes stellen bezoekers in staat van de ene oever van een meer naar de andere te komen en op een leuke manier de bossen met beuken en naaldbomen te verkennen. Het park is in één woord schitterend. Het water is kristalhelder en de natuur is heel mooi. Daarna een tocht van zo’n twee uur om van Plitvice naar de kust te komen. We genieten van een late lunch van Cevapcici (een Kroatisch gerecht van gekruide gehaktworstjes) aan de gezellige haven van een nog absoluut niet toeristisch dorpje. Met de aanblik op de bootjes, de blauwe zee en schitterende bergen en een temperatuur van rond de dertig graden gecombineerd met een verfrissend briesje is het vakantiegevoel meer dan aanwezig. Daarna door naar Zadar, een oude havenplaats aan de Dalmatische kust. Oorspronkelijk werd het smalle schiereiland waarop Zadar ligt bewoond door Illyriërs, maar de huidige plattegrond, met zijn rechte straten en het forum, stamt uit de Romeinse tijd. Zadar werd een belangrijke regionale hoofdstad en een handelshaven voor hout en wijn. In de middeleeuwen was de stad de voornaamste basis van de Byzantijnse vloot. In de 12de en 13de eeuw streden Venetië en Hongarije om de stad, maar in 1409 verkocht de koning van Hongarije zijn Dalmatische eilanden en steden aan Venetië voor honderdduizend dukaten. Zadar kwam tot bloei: kerken en paleizen werden gebouwd. Na de eerste Wereldoorlog kwam Zadar bij Italië, maar veel Italianen verdwenen na de vorming van Joegoslavië in 1947. In de stad zijn veel historische monumenten te vinden. Zo is er de oude wal met landpoort en muren. Ook zijn er een aantal oude kerken en pleinen. We lopen door de oude, deels met marmer geplaveide straten, kijken naar bezienswaardigheden en genieten van een verkoelend drankje in de schaduw op een terrasje. Na zo’n heerlijke dag kan ik alleen maar concluderen: het leven in Kroatië is zo slecht nog niet. Of beter: wat een mega dag.