Van Hvar naar Krk eiland.
Door: GlobetrotterJo
Blijf op de hoogte en volg Jolanda
03 September 2010 | Kroatië, Rovinj
Op vrijdag hebben we een langere rit voor de boeg staan. We vertrekken al vroeg uit het hotel om rond zeven uur ’s ochtends aan te sluiten bij de rij wachtende auto’s voor de veerboot naar Split. Gelukkig hoeven we niet op het volgende schip te wachten. De Z4 én wij passen er nog bij. Van Split rijden we over de snelweg tot de omgeving van het eiland Pag. Via de oude kustweg hebben we zicht op dit langgerekte eiland. De kust tegenover het vaste land is rotsig, grillig en wit. Door de Bora wind groeit er nauwelijks iets. Via de kustweg met schitterende uitzichten rijden we naar het plaatsje Jablanac. Uit dit kleine dorp vertrekt de veerboot naar het eiland Rab. Het is de plaats waar ik eind jaren zeventig met mijn ouders in de avonduren ging eten op een terras met live muziek. Ik kan de gierende gitaarklanken van de nummers van Santana nu nog horen. In plaats van een diner is er nu een lunch. En in plaats van gierende gitaarklanken horen we nu disco hits uit de huidige tijd. Altijd gezellig, lokale muziek als extra vakantietintje. ;-) We vervolgen onze weg naar Senj. Deze plaats is al lang bewoond. Eerst door de Illyriërs en later door de Romeinen die er een haven bouwden. De plaats werd al vroeg een bisschopszetel en ontwikkelde zich tot een belangrijke houthaven. Later in de geschiedenis werd de plaats gekozen als eerste station van de Militaire Grenszone die bescherming moest bieden tegen de Turken. Echt spectaculair qua schoonheid is Senj niet. Maar het is voor alles een plek met veel herinneringen. Van mijn achtste tot mijn vijftiende bivakkeerde ik in de zomervakantie drie weken met mijn ouders en broer in een Kip caravan met luifel op een camping in de nabije omgeving van Senj. Alles was primitief. Water moest gehaald worden uit de put. Met de zwermen wespen om de put vond ik een emmertje water halen toch telkens weer een spannend avontuur. De toiletten bij het kiezelstrand waren alleen door te trekken bij vloed. Ja. Alles was zeer primitief, maar wat hebben we daar goede weken met elkaar beleefd. Zo lang snorkelen in het water tot ik onderkoeld raakte. Dobberen op het ligbed, roeien in de opblaasbare boot en schaken leren. Smullen van brood met tomaten van de lokale markt en friet die in een eigen grote kookpan werd gehaald bij het restaurant boven aan de weg. Dubbele kersen mogen uitzoeken om niet veel later met paarse vlekken rondom mijn oren rond te lopen. Mijn moeder die een keer met een wijntje te veel op, rondliep terwijl ze twee deksels van pannen tegen elkaar aan liet knallen. Alsof zij de leider van het niet aanwezige fanfare orkest was. Na al die jaren zie ik dé camping met het kiezelstrandje in de baai weer liggen. En ik besef hoe al die plaatjes staan voor de liefde waarin ik door twee kanjers van ouders ben opgevoed. De wind wappert door mijn haren, terwijl we met open dak rondrijden. De Koperen Ploert schijnt op mijn huid. Nog een klein stukje tot de brug die het vaste land met Krk verbindt. Een volgend eiland is bereikt.