Het eiland Krk en Istrië

Met een oppervlakte van meer dan vierhonderd km2 is het eiland Krk het grootste van de Adriatische eilanden. De brug tussen Krk en het vasteland zorgt voor een goede verbinding. Bovendien is dit deel van Kroatië relatief dichtbij landen als Italië en Oostenrijk. Zelfs begin september blijkt het in Malinska, het dorpje waar wij de nacht doorbrengen, dan ook druk met toeristen te zijn. Op de kade spelen straatartiesten op hun gitaar liedjes uit de jaren zestig en schilders proberen hun kleurige doeken aan voorbijgangers te verkopen. Bij het diner op het terras bij de haven genieten we van de nog zwoele avondlucht. Vandaag trekken we over het eiland. De oostkust van het eiland heeft bijna iets spookachtigs, met zijn witte, door de Bora wind geteisterde rotsen. Het binnenland en de meer beschutte westkust zijn weelderig begroeid. Het eiland is omringd door kristalhelder water en in de hoofdstad Krk zijn nog overblijfselen uit de Venetiaanse tijd: de stadsmuur, poorten en een wachttoren. De stad ontwikkelde zich in de middeleeuwen op de plaats van het Romeinse Curicum. Aan het hoofdplein staan gebouwen uit de renaissance en er is een oude kathedraal. Na een wandeling door de hoofdstad Krk rijden we naar het op de zuidpunt van het eiland gelegen plaatsje Baska. Baska is een populaire badplaats met een mooi, twee kilometer lang strand. Zelfs al is er in Baska geen hoogbouw, toch dopen we dit oord spontaan Torremolinos van Kroatië. Het is er mega toeristisch. Er rijdt zelfs een fel geel treintje met rood- en bruinverbrande badgasten. Via het rustige, nog amper toeristische, deel van het eiland, gelegen tegenover het vaste land, rijden we terug richting de brug naar het vasteland. Nog een lunch en verjaardagsbelletje naar neef Bart op een terrasje en dan gaan we door naar Istrië. De laatste dagen van onze vakantie zullen we het hier rustig aan gaan doen door vier nachten lang op één locatie te overnachten: een modern appartement met veel leefruimte bij het plaatsje Vrsar. Het driehoekige schiereiland Istrië is van oudsher in drie gebieden onderverdeeld. Wit Istrië is een centraal karst- of kalksteenplateau met enkele gebieden waar eiken, dennen en essen groeien. Grijs Istrië is een strook sterk geërodeerd kalksteen bedekt met vruchtbare grond, waar wijnstokken en olijfbomen groeien. Rood Istrië is een plateau doorsneden door twee rivieren, waar graan en groenten worden verbouwd. Het is opvallend hoe het landschap, westelijk rijdend, verandert en steeds meer vruchtbaar en vlak wordt. Voor alles is Istrië één van de meer populaire vakantiebestemmingen in Kroatië. In ieder geval voor de bewoners van ons Kikkerlandje Nederland. Het gebied is goed berijdbaar met auto en caravan en er zijn veel campings met goede voorzieningen. Ook de nudisten kunnen zich in dit gebied met veel FKK opties (volgens Frans kan de afkorting voor niets anders dan ‘Federatie Kale Kontjes’ staan) ;-) uitleven. Wij gaan ons zo maar eens uitleven op een maaltijd op één van de terrasjes in het nabij gelegen centrum met haventje van Vrsar. Of het nu ‘Frietjes, Kip, Komkommer’ of iets anders wordt. Het maakt niet uit. Na een dag buiten zijn hebben we wel weer trek.