Game drive Lake Nakuru en Diani Beach.

Zondag is de laatste dag van de safari tocht. In de vroege ochtend zit ik op de balkon bij mijn huisje en zie hoe de savanne ontwaakt. Het uitzicht strekt zover als mijn oog reikt. Over het landschap van gras, bomen, bergen en meer hangen nog de mistige nevels van de vroege start van de dag. In de struiken bij mijn balkon zie ik schitterend gekleurde vogels. De wereld is zo mooi en een mens daarin zo nietig. Tijdens mijn wandeling door de tuin naar het ontbijt, zie ik bij de diverse bomen en planten een bordje staan met daarop de naam van degenen die de lodge met een gift hebben ondersteund. Bij de meeste bordjes staan alleen maar voornamen en land van herkomst van de schenker. Op één van de bordjes mag ik echter een zeer uitgebreide beschrijving zien: Vice Chairman of the NPC Standing Committee of the P.R. China, Wang Zhaoguo, 11 november 2009. Zo’n statige verwijzing naar de eigen machtsstatus voelt voor mij een beetje vreemd aan in deze omgeving, die juist tot relativeren aanzet. Wanneer ik na een heerlijk ontbijt op ons safari busje wacht, is het bordje vanuit ‘ieder zijn eigen cultuur’ echter beter te plaatsen. Een groep Chinese mannen klimt, compleet in driedelig pak en met lakschoenen aan, in hun safari bus. Juist, ieder zijn eigen manier om op natuurtocht te gaan. De invloed van de Chinezen is hier trouwens overal te merken. Zij subsidiëren en bouwen de verbeterde infrastructuur van Kenia en investeren in vastgoedprojecten. Ik maak nog een laatste schitterende game drive rond Lake Nakuru. Baviaan families blijken ware exhibitionisten te zijn, wanneer er een min of meer massale sekspartij met ons al voyeurs plaatsvindt. Een andere baviaan familie komt hoog krijsend naar onze bus toe stormen. We hebben hun leefgebied duidelijk verstoord. Naast zebra’s, antilopen, impala’s, giraffen, pelikanen en flamingo’s zien we ook veel groot wild. Vooral neushoorns en buffels. Mooi om deze laatste gigantische exemplaren van the Big Five in het water te zien staan. Na deze laatste game drive volgt de rit naar Nairobi. Hoewel het centrum zeker niet vergelijkbaar is met New York blijken in het hart van de stad veel moderne High Rise Buildings te staan. Dit is duidelijk de grootste stad van Oost-Afrika. Een binnenlandse vlucht brengt ons vervolgens naar Mombasa. Een chauffeur wacht me op bij het vliegveld. Deze keer verlaten we het eiland, waar Mombasa op ligt, met de veerboot. Een immense massa mensen wordt op de boot geladen voor de oversteek. Een klein uurtje later ben ik in Diani Beach. Het plaatsje wordt wel de koningin van de Keniaanse strandbestemmingen genoemd. Het is een lang, idyllisch, door palmen omzoomd wit zandstrand met tientallen hotelresorts aan het warme water van de blauwe Indische Oceaan. De winkels en winkelcentra aan de asfaltweg tussen de resorts bieden producten en diensten als reisbureaus, duikwinkels, restaurants, Internet cafés en kunstnijverheidsmarkten. Watersporten als duiken, snorkelen, windsurfen en vissen, zijn populair. De riffen voor de kust met veelkleurige koralen en rif vissen zijn schitterend. Ik verblijf in het Southern Palms Beach Resort. Dit viersterren hotel biedt een gigantisch groot zwembad en vele faciliteiten. Het hotel is gelegen in een grote tuin met palmbomen en vormt een unieke mix van traditionele Swahili en Arabische architectuur. Op het terrein zijn vier restaurants, vijf bars en een snackbar te vinden. Het hotel biedt faciliteiten op het gebied van watersport, Internet en massage. Kortom: na een intensieve reisweek is nu tijd voor ‘hakuna, matata’ met een baantje trekken in het zwembad, een wandeling langs het strand en luieren met een goed boek. Niks mis mee. Ik heb namelijk twee kernkwaliteiten: zeer actief én zeer lui zijn. :-)