De Longmen Grotten en treinreis naar Xi’an

Vandaag een relatief rustige dag. Vanuit Luoyang rijden we naar de Longmen Grotten. In de grotten en nissen in de rotswand staan meer dan 100.000 beelden. Deze religieuze beelden werd aangelegd door de boeddhistische Noordelijke Wei-heersers (386 – 534 n.Chr.), nadat zij hun hoofdstad van Datong naar Luoyang verplaatsten. De Sui- en Tang-dynastieën werkten verder aan de grotten totdat antiboeddhistische zuiveringen deze ontwikkeling plotseling tot stilstand brachten. Sommige beelden zijn maar heel klein. Slechts twee centimeter. Er zijn echter ook een aantal beelden van formaat. De grootste beelden zijn uitgehakt in de Fengxian Si grot. Hier staat onder andere het beeld van een Hemelse Koning, die in één hand een votiefpagode houdt en onder zijn voeten een demon verplettert. Een ander bekend beeld is dat van de Vairocana-boeddha. Het gezicht van dit meer dan 17 meter hoge beeld is vermoedelijk gebaseerd op dat van een keizerin. De raadselachtige glimlach van het beeld bezorgde het de bijnaam ‘Oosterse Mona Lisa’. De Longmen Grotten staan op de werelderfgoedlijst van de Unesco en zijn zeer indrukwekkend. Staande voor de immense beelden in de Fenxian Si grot voel ik me net zo nietig als bij het zien van de beelden van Ramses in Abu Simbel in Egypte. Na de lunch gaan we met de trein naar Xi’an. Het is nog niet lang geleden, dat de reis van Luoyang naar Xi’an zelfs met de sneltrein zo’n vijf uur duurde. Nu duurt de reis nog maar één uur en twintig minuten. De verbetering van de infrastructuur in China gaat in een razend tempo. Tussen alle provincie hoofdsteden wordt een hoge snelheid trein verbinding aangelegd. En dit voorjaar is de verbinding tussen Luoyang en Xi’an opgeleverd. De Chinezen zijn duidelijk trots op de luxe en ultra modern vormgegeven trein, die met een snelheid van 350 kilometer per uur door het landschap raast. In dit land zijn er geen inspraakcommissies. Waar de regering dat nodig vindt, worden woningen plat gegooid en wolkenkrabbers, snelwegen en nieuwe betonnen spoorlijnen voor supersnelle treinen worden in hoog tempo uit de grond gestampt. Zeker. Ik zie de afgelopen week ook armoede, ouderwetse handkarren en eetstalletjes die uit een ver verleden lijken te stammen. Maar toch. Ik ervaar ook hoe de economische ontwikkeling van dit land in een razend tempo gaat. In de grote steden struikel ik bijna over zeer luxe exemplaren van BMW, Audi en VW. En tegelijk is er het werkvolk dat voor zo’n 150 euro per maand lange dagen maakt. De communistische Volksrepubliek China. Misschien wel het meest kapitalistische land in de wereld.