Een stoere zeebonk op wielen.
Door: GlobetrotterJo
Blijf op de hoogte en volg Jolanda
06 Mei 2011 | Griekenland, Athene
Ook vandaag weer een schitterende dag op Santorini. Na de dag met een strandwandeling te zijn gestart, rijd ik naar het dorp Pyrgos. Dit dorp torent hoog boven de omgeving uit. Het uitzicht is er dan ook schitterend. Van hieruit is praktisch het hele eiland te zien. Dat was ook de reden waarom de plaats met haar hoge ligging onder de Turkse heerschappij werd gekozen als hoofdstad van het eiland. Het is een stad met straatjes als een doolhof en huizen zonder vensters. Een verdedigingsbolwerk tegen piraten, die al heel lang niet meer zijn verschenen. Wie tegenwoordig wel verschijnen, zijn busladingen vol toeristen. Zij worden gelokt door de kerken, de kleurrijke straatjes en vooral het fantastische uitzicht. Via een landelijke weg met een aantal mooie kerken rijd ik naar Oud Thera. Ergens tussen 1000 en 900 v.Chr. kwamen de Doriërs vanuit Sparta op het eiland Santorini aan. Zij kozen voor hun nederzetting een plaats op de top van de berg Messa Vouno. Vanaf deze naar drie kanten steil aflopende rotsachtige bergrug hadden zij een goed overzicht over hun havens aan de kust. De ruïnes liggen op terrassen en kijken uit op zee. De meeste ruïnes dateren uit de tijd van de Ptolemaëen, die in de 4de en 3de eeuw v.Chr. tempels bouwden voor de Egyptische goden. Ook zijn er hellenistische en Romeinse overblijfselen te vinden. Het is verbazingwekkend dat mensen in de Oudheid een stad konden bouwen op zo’n onherbergzaam terrein. De slingerende weg naar de bergrug is smal en geplaveid met keien. Er is geen afzetting en naast de weg zie ik de afgrond gapen. Bij iedere tegenligger voel ik het zweet in mijn handen staan. Echt heftig wordt het echter pas aan het einde van de weg. Hoewel de zon schijnt, is het vandaag namelijk een dag met een heel sterke wind op Santorini. En boven op de bergrug wordt die sterke wind een ware storm. Mijn kleine huurautootje wordt werkelijk alle kanten opgeschud. Wagenziek word ik nooit, maar bij misselijkheid zou zeeziek in deze situatie een meer gepaste term zijn. Het voelt aan alsof ik in een zeilbootje op wielen aan het laveren ben. Ik ben dan ook blij, wanneer ik even later weer terug ben op laag terrein en wel in het vlak bij Oud Thera gelegen toeristische strandplaatsje Kamari. Kamari is de drukste badplaats van het eiland. Veel toeristen komen naar deze plaats om lekker een hapje te eten, te zwemmen en van de zee te genieten. In Kamari bevindt zich namelijk één van de mooiste stranden van Santorini. Langs de kust bevinden zich allerlei restaurants, taverna’s, gyros-tentjes, bars, cafés en discotheken. Op de strandpromenade is het goed toeven. Een prima plek dus voor een late lunch. Begin mei is het nog rustig in Kamari en de ober heeft dan ook alle tijd voor een gezellig praatje. ‘Quite windy today’, zegt hij tegen me, terwijl hij het tafelkleedje met extra klemmen vastzet. ‘It is’, antwoord ik. ‘Then again, I just visited Old Thera and overthere it wasn’t just quite windy, but a complete storm. ‘I know’ antwoordt hij. ‘At real windy days the wind can be that strong at that place, that it can even blow away cars.’ And believe me: I’m not joking’. Wanneer ik even later met kleine hapjes van mijn bloedhete Moussaka aan het genieten ben, denk ik: ‘Jeminee, ik voelde me net al best wel stoer toen ik over dat kronkelende smalle weggetje reed, maar eigenlijk was ik meer dan alleen maar gewoon stoer. Voor even was ik een stoere zeebonk op wielen.’