Een trip naar Abydos en Dendara.
Door: GlobetrotterJo
Blijf op de hoogte en volg Jolanda
25 September 2010 | Egypte, Luxor
Om half zes vanochtend word ik wakker gemaakt. De wekker op mijn mobiel, de Wake Up service via de hoteltelefoon en een hotelmedewerker die klopt aan deur, doen tegelijk hun best om mij uit dromenland te halen. Ik moet van ver komen. Bes heeft duidelijk zijn ‘Best’ gedaan. Na een vroeg ontbijt sta ik om kwart voor zeven bij de receptie om door mijn gids opgehaald te worden voor een dag naar Abydos en Dendara. Abydos ligt zo’n drie uur rijden noordelijk van Luxor. De weg loopt door de groene Nijl delta. Mooie plaatselijke plaatjes, veel politie controle posten en een stop bij een lokale kroeg met vies statoilet verder komen we in Abydos aan. Abydos, het centrum van de cultus van Osiris, de god van het dodenrijk, was de heiligste van alle Egyptische steden ten tijde van de farao’s. Iedereen probeerde er tijdens zijn leven naartoe te reizen of hoopte er begraven te worden. Veel graven zijn beschilderd met voorstellingen van de overledene op zijn postume reis naar Abydos. De traditie wil dat Osiris, of in ieder geval zijn hoofd, hier werd begraven nadat hij vermoord was door zijn broer Seth en zijn verminkte lichaam over het land was verspreid. Abydos was een enorme ommuurde stad met verschillende oude begraafplaatsen, meren en tempels, waaronder de belangrijke Tempel van Osiris. Het weinige dat daar nu nog van over is, omvat de prachtige Tempel van Seti I uit de 19de dynastie. Deze secundaire dodentempel, één van de gaafste in Egypte, bevat enkele van de mooiste reliëfs uit het Nieuwe Rijk. Van de tempel van Ramses II is nog maar een deel over, maar dat deel staat wel bekend om zijn interessante hiërogliefen. De reliëfs en de hiërogliefen zijn werkelijk fantastisch om te zien. Ongelooflijk dat na vijfduizend jaar dit handwerk in nog zo’n goede staat is. Vanuit Abydos rijden we aan het begin van de middag naar Dendara, een tempelcomplex een uur rijden ten noorden van Luxor. Dendara, waar Hathor het kind van Horus en haar zou hebben gebaard, was al in de predynastieke tijd het centrum van de Hathor cultus. Hathor was de godin van het genot en de liefde, en de min en geliefde van Horus. Elk jaar werd ze in een bark naar Edfu gevaren, waar ze werd verenigd met Horus. De goddelijke unie werd gevierd met het Feest van de Dronkenschap. Op nieuwjaarsdag werd het beeld van Hathor de trap van de tempel opgedragen naar de open kiosk op het dak, waar het nieuw leven ontving van de zon. Ook wij lopen de trap op naar het dak. Hierbij gaat de opgaande trap in een spiraal naar boven, terwijl de naar beneden gaande trap aan de andere kant van de tempel kaarsrecht loopt. De gids legt uit: ‘Horus was een god met de gedaante van een valk. Wanneer hij bij zijn geliefde op bezoek kwam, moest hij als valk natuurlijk omhoog cirkelen, terwijl hij met een snelle kaarsrechte vlucht naar beneden wilde vliegen.’ De Tempel van Hathor lag tot de 19de eeuw onder het zand en is opmerkelijk gaaf gebleven. Het huidige gebouw stamt uit de Grieks-Romeinse tijd, maar is typisch faraonisch van ontwerp. Hypostylezalen met immens zuilen voeren naar een donker allerheiligste, omringd door voorraadkamers, kapellen en crypten. Op de kapitelen van de achttien zuilen in de hypostylezaal is Hathor afgebeeld in haar menselijke gedaante, maar wel met koeienoren. Op een groot reliëf op de zuidelijke buitenmuur brengt Cleopatra een offer aan Hathor. Caesarion, haar kind van Caesar, brandt wierook. Het tempelcomplex is schitterend. We lopen over het terrein, waarop naast de tempel nog een aantal gebouwen staat. Het is bloedheet. Zelfs de gids en de nog jongere gids in opleiding klagen over de hitte bij 45 graden en geen zuchtje wind. Jef, een oudere dokter uit Londen met een onmiskenbaar klassiek Engels ‘we rule the world’ accent, is mijn collega toerist van vandaag. ‘The heat is not bad at all, I am just enjoying it’, zegt hij, terwijl zijn opvallende en kleurrijke shirt kletsnat is van het zweet. Jef is een waar Engels exemplaar, die de wereld kan veroveren en niet snel uit zijn evenwicht te halen is. Hoewel. Wanneer de gids bij de vermelding dat één van de obelisken uit Luxor in Parijs staat tegen Jef zegt: ‘We have a saying here ‘The French got presents and the English just took’ kijkt hij verschrikt. Even later moppert hij tegen me: ‘My God. Those French gave them a broken clock for that marvelous obelisk and we gave them a complete dam at Aswan’. Na het bezoek aan Dendera is het een uurtje rijden naar Luxor. Om vijf uur ben ik weer terug in het hotel. Na een verfrissende douche trakteer ik mijzelf op een relaxende massage van een uur in het Wellness centrum. Na het zweet uit de poriën komt nu het vocht van boven. Kwijlen zo’n olierijke behandeling bij ontspannende muziek. Een heerlijk diner in het prima Italiaanse a la carte restaurant in het hotel sluit deze mooie en vermoeiende dag vol verkenning af. Ik denk dat ik Bes zo maar overuren laat draaien. ;-)